Mijn portfolio
|
Ieder schilderij van De Schildersezel herbergt een verhaal, dat ik graag met u deel. U kunt in mijn portfolio, per voltooid werk, de ontstaansgeschiedenis tot u nemen.
|
|
Ieder schilderij van De Schildersezel herbergt een verhaal, dat ik graag met u deel. U kunt in mijn portfolio, per voltooid werk, de ontstaansgeschiedenis tot u nemen.
|
Voor in een klaslokaal in Hammanskraal, een township in Pretoria (Zuid-Afrika) heb ik de zeven 'Ik ben' uitspraken van de Heere Jezus geschilderd. Deze zijn te vinden zijn in het Johannes evangelie. Wat een heerlijke opdracht! In dit lokaal geef ik iedere dag les aan grote groepen kinderen. Veelal onbekend met de Bijbelse boodschap. Deze schilderijen kunnen nu ook gebruikt worden tijdens de lessen en als aanleiding voor een gesprek.
In het midden van de schilderijen staat de tekst uit Exodus: 'Ik zal zijn die Ik zijn zal'. Wat een troost, de Heere Jezus, God, veranderd nooit. Hij is het Licht der wereld, het Brood, de goede Herder, ook vandaag.
0 Opmerkingen
"Mijn zoon was verloren maar is gevonden!" (Morwa wa me o ne a latlhegile mme o bonywe!) - Lukas 15 - Deze schilderijen hangen op in een klaslokaal in een township (Hammanskraal) in Zuid-Afrika, een arm gebied vol met criminaliteit en gebrokenheid. Ik werk hier als veldwerker voor stichting Bethlehem. Wat een rijke boodschap ligt er in deze gelijkenis! Eenvoudig kan doormiddel van deze gelijkenis de bekering, en bovenal Gods hart worden uitgelegd. Aan mensen die geheel of deels onbekend zijn met het evangelie. Hoe slecht, hoe vuil, hoe gebroken iemands leven is, er is een weg terug tot God. Zolang iemand leeft is het genadetijd! Hoe liefdevol klopte het hart van de vader voor zijn weggelopen zoon in deze gelijkenis. En hoe oneindig meer klopt het hart van God de Vader en het hart van de Heere Jezus voor Zijn kinderen, voor verloren zonen en dochters. Ook in Zuid-Afrika. Dit in tegenstelling tot de liefde die de meeste kinderen in Hammanskraal krijgen van hun natuurlijke vader, als er überhaupt een vader in hun leven is... Mediterend over de incarnatie - de menswording van God in Jezus - beschrijft Augustinus de God die ons tegemoet rent (de grondtekst laat zien dat de vader in de gelijkenis 'rende' naar zijn verloren zoon): ‘Hij verloor geen tijd, maar rende met uitroepende woorden, daden, dood, leven, neerdaling, opgang, alle tijd roepend om weder te keren." Jezus is de uitroep van God, de Weg waarop God verloren zonen en dochters tegemoet rent. Het was een mooie opdracht om voor een klaslokaal een serie schilderijen te maken. Het is wat op z´n Afrikaans: de schilderijen hangen niet zo recht en hier en daar zijn er beschadigingen. Maar dat is juist zo leuk, het hoeft helemaal niet zo perfect. Ondertussen ben ik bezig met het volgende project: de 7 ´Ik ben´ uitspraken van de Heere Jezus op doek om op te hangen in een ander klaslokaal. "...maar Elia ging op naar de hoogte van Karmel en breidde zich uit voorwaarts ter aarde; daarna legde hij zijn aangezicht tussen zijn knieën. En hij zeide tot zijn jongen: Ga nu op en zie uit naar de zee..."
- 1 Kon. 18: 42b - 43a - Al geruime tijd zit dit beeld in mijn hoofd: Elia biddend op de berg Karmel, op een uitgedroogde aarde met een strakblauwe lucht boven zich en zijn knecht op de uitkijk. Elia die hiervoor zonder vrees koning Achab had bestraft, maar nu in de eenzaamheid gaat hij voor de Almachtige op zijn knieën. God had belooft dat er regen zou komen en Elia gaat op die belofte in gebed. Hoewel de knecht steeds niets ziet, blijft Elia bidden. Dit eenzame gebed van Elia heeft het volk van de ondergang gered. Door dat gebed wordt de hemel weer geopend en komt er regen (Jakobus 5:17 en 18). Israël had in Elia een groot voorbidder maar Gods kerk heeft een veel grotere Voorbidder: Jezus Christus. Jezus die ook op aarde zo vaak de eenzaamheid zocht in het gebergte. Op dit moment is Hij in de hemel, onophoudend biddende voor Zijn kerk. Elia bad zeven maal, maar Jezus tot zeventigmaal zevenmaal. Zijn gebed stopt nooit en wordt nooit afgewezen. Hij rust niet totdat het kleine wolkje van genade in Zijn kinderen uitgroeit tot een onmeetbare wolk. Hij bidt vandaag voortdurend voor Zijn kinderen en voor de mensen die in Hem geloven zullen. "En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen (Johannes 17:20)." Dit is mij tot troost, persoonlijk, maar ook voor het zendingswerk wat ik doe in Zuid-Afrika. De Heere zal zelf voor Zijn werk in staan. Maar dan moet ik ook als die knecht uitkijken naar kleine wolkjes - de kleine dag der dingen niet verachten (Zacharia 4:10) - en bidden om de rijke uitstorting van Zijn Geest. De stromen van water op de droge aarde (Jesaja 44). Ik heb een zwak voor de boeken van Amy Carmichael, uit haar leven blijkt zoveel Godsvrucht en haar gedachten en gedichten zijn mij vaak tot onderwijs. In een klein boekje 'If. What do I Know of Calvary Love?' zijn korte, treffende uitspraken van haar te vinden. Hieronder in het Nederlands vertaalde uitspraak rondom deze geschiedenis:
"Is er een handvol koren in het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon; en die van de stad zullen bloeien als het kruid der aarde."
- Psalm 72:16 - Dit schilderij is een gezicht op een terrein van Stichting Bethlehem in Hammanskraal, een township in Zuid-Afrika. Dit is één van de zendingsvelden waar de stichting werkt. Op de voorgrond is de 'Garden of Hope' te zien, waar de vrouwen werken. Verder spelen er kinderen, zit er een zendingswerker met een groepje mannen te praten en is een veldwerker in gesprek met een vrouw. Het gebouw rechts, is een ouderenhuisje. In de verte zijn daar ook wat ouderen te zien, zittend in een rolstoel. Dit geeft een beeld van de projecten die hier onder andere lopen. Ik hoop zelf in D.V. februari naar Zuid-Afrika te verhuizen om daar te gaan werken als veldwerker voor deze stichting. Dit schilderij had mij hierom veel te zeggen. Het schilderij heb ik voor iemand in Nederland gemaakt die nauw betrokken is bij het werk op de velden in Zuid-Afrika. Boven het schilderij staat de rijke belofte uit psalm 72. Een handvol koren, op de hoogte van de bergen. Op bergen groeit gewoonlijk geen koren en een handvol kan al helemaal niet zorgen voor een veld van koren. Maar toch belooft de Heere dat het zal ruisen (in de grondtaal staat 'golven') als op de vruchtbare velden van de Libanon, waar de velden kunnen golven van de nieuwe oogst. Zo is het zendingswerk in Zuid-Afrika als een handvol koren, het lijkt klein en nietig. Maar de Heere kan van een handvol koren, een rijke oogst maken. Dit is overal terug te lezen in de Bijbel. Zo was Abraham die met zijn gezin door de woestijn naar de Kanaän trok, heel klein en onbeduidend, niemand had toen kunnen denken dat door hem alle geslachten van aarde gezegend zouden worden. De eerste christengemeente na de uitstorting van de Heilige Geest was klein en nietig in vergelijking met al de volken er om heen, maar wat gaf de Heere een rijke oogst. De HEERE werkt door het onmogelijke heen. De Heere Jezus zelf zegt in Jesaja: "En Hij heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Knecht, Israël, door Welken Ik verheerlijkt zal worden. Doch Ik zeide: Ik heb te vergeefs gearbeid, Ik heb Mijn kracht onnuttelijk en ijdellijk toegebracht; gewisselijk, Mijn recht is bij den HEERE, en Mijn werkloon is bij Mijn God. (Jes. 49:3-4)." Het is een tere tekst, het laat iets zien van de innerlijke strijd van de Knecht - de Heere Jezus - zien op aarde. Ondanks dat Hij geen rijke oogst zag en zuchtte onder het ongeloof (Mark. 8:12), was Zijn recht en werkloon bij Zijn Vader. De HEERE had zelf gesproken: "Het is te gering, dat Gij Mij een Knecht zoudt zijn, om op te richten de stammen van Jakob, en om weder te brengen de bewaarden in Israël; Ik heb U ook gegeven tot een Licht der heidenen, om Mijn heil te zijn tot aan het einde der aarde (Jes. 49:6)." Vanuit een kinderclub kreeg ik de vraag of ik drieluik van drie gelijkenissen wilde maken op drie grote doeken, waarop alleen de lijnen zichtbaar zijn. De kinderen van de kinderclub hopen dan deze schilderijen op te vullen met materiaal en verf. Ik vond het een prachtige vraag en opdracht. Ik heb gekozen om een eenvoudige verbeelding van de verloren zoon, het verloren schaap en de verloren penning te schilderen.
Sommige zien in deze gelijkenissen de Drie-eenheid: de Zoon als de Goede Herder, die het verloren schaap zoekt. De vrouw die een lamp aansteekt en ijverig zoekt totdat zij de penning vindt, wordt gezien als de arbeid van de Heilige Geest, die Zijn getuigenis als een licht in deze donkere wereld doet uitgaan. Zoekend naar penning die niet uit zichzelf kan zoeken, schoongemaakt(heiligmaking) en teruggeplaatst kan worden op de bruidsketting van tien penningen, die een Joodse vrouw als sieraad droeg. In de gelijkenis van de verloren zoon de Vader die de zondaar ontvangt, als deze tot Hem terugkeert. "En tot Zich geroepen hebbende de schare met Zijn discipelen, zeide Hij tot hen: Zo wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij. Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven zal verliezen, om Mijnentwil, en om des Evangelies wil, die zal hetzelve behouden.”
- Markus 8:34-35 - Als opdracht heb ik dit schilderij gemaakt, na overdenken en schetsen heb ik uiteindelijk dit beeld gemaakt. Jezelf verloochenen, het kruis opnemen, niet meer je eigen diepste verlangens en begeertes volgen. Iets was juist in onze cultuur vaak als het hoogste geluk wordt gezien. Uitspraken zoals ´jezelf vinden´ en ´je hart volgen´ staan in deze tijd erg hoog. Maar ons hart is zondig, onze verlangens en begeerten zijn zondig, en uiteindelijk leiden deze tot de dood. De Heere Jezus vraagt om Hem te volgen en jezelf te verloochen, het kruis op te nemen. Dat was geen kleinigheid in die tijd, het betekende sterven. Iemand die het kruis toen opnam had geen rechten meer, onderweg naar het plaats waar hij gehangen zou worden - kon iedereen langs de weg doen wat hij wilde. Sommigen stierven onderweg naar het plaats van de veroordeling. Als je de Heere Jezus door genade mag volgen heb je ook geen eigen rechten meer, dan zal je Hem moeten volgen door moeilijke wegen. De doornen en distels - die door de zondeval gekomen zijn - verbeelden dit ook op het schilderij. En dat zal soms ook ingaan tegen de diepste verlangens en begeertes van je hart. Het eigen ´ik´ zal sterven. Maar de Heere Jezus geeft na deze oproep ook nog een belofte, dat je dan juist het leven zal vinden (Galaten 2:20)! Gods kinderen zijn geroepen om de de vluchtige genietingen van de zonde te verlaten zijn genietingen en vreugde in God te hebben (Fillipenzen 4:4). Wat is er beter dan in dit leven door genade Jezus te volgen - die het Leven is - Zijn smaadheid te dragen (Hebreeën 13:13) met het gebed of Zijn Koninkrijk mag komen en Zijn Naam verheerlijkt mag worden? Zoekend naar de toekomende stad, die fundamenten heeft. Wetend dat we hier maar voor een kleine tijd zijn en het uiteindelijk zijn zal; de eeuwige dood of het eeuwige leven. "...wannneer Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbijgaan..."
- Exodus 12: 13b - Ik kreeg de vraag of ik bij de geschiedenis uit Exodus 12 een schilderij wilde maken. Het is een bekend beeld, maar diep van inhoud. Lianne schreef dit gedicht bij het schilderij: Pascha Vier dagen stond het lam apart, vandaag wordt het geslacht. Het bloed wordt in een schaal gedaan en naar de deur gebracht. De vader van het huisgezin doopt hysop in het bloed en verft daarmee de deurpost rood want God zegt dat dit moet. Vannacht als de verderver komt, zijn zij in veiligheid, dan gaat de dood hun huis voorbij en worden zij bevrijd. Zo is het nog in deze tijd: het gaat alleen om bloed Als God het bloed ziet van Zijn Zoon. dan is het eeuwig goed. Grote doek: 30 x 40 cm "Een ding heb ik van den HEERE begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEEREN, om de liefelijkheid des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel."
- Psalm 27:4 - Deze tekst stond centraal in een belijdenisdienst, nadien kreeg ik de vraag of ik rondom deze tekst een schilderij wilde maken. Ik heb ervoor gekozen om brandofferaltaar te schilderen en deze centraal te zetten op het schilderij. In de psalmen laat David zijn verlangen zien om in het huis des HEEREN te zijn, in die tijd de tabernakeldienst. In het bijzonder schrijft David over het brandofferaltaar. Zo beschrijft David in psalm 26 dat hij rondom het altaar ging. Het brandofferaltaar was gemaakt van acaciahout en overtrokken met koper. Dit schilderij beeld het dagelijkse avondoffer uit. Het bloed werd bij het avondoffer rondom het altaar gesprengd. In psalm 40 schrijft David: "Gij hebt geen lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij de oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geëist. Toen zeide Ik: Zie, Ik kom; in de rol des boeks is van Mij geschreven." In brief aan de Hebreeën wordt deze profetische tekst aangehaald, de brandoffers en zondoffers heen wezen naar Christus. "En een iegelijk priester stond wel alle dagen dienende, en dezelfde slachtofferen dikmaals offerende, die de zonden nimmermeer kunnen wegnemen; Maar Deze, een slachtoffer voor de zonden geofferd hebbende, is in eeuwigheid gezeten aan de rechter hand Gods; Voorts verwachtende, totdat Zijn vijanden gesteld worden tot een voetbank Zijner voeten. Want met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden." (Hebreeën 10: 11-14) Lianne schreef bij dit schilderij onderstaand gedicht: Eén ding Eén ding begeer ik, grote Koning, om naar Uw woning toe te gaan. Ja, dáár te zijn is mijn verlangen, omdat Uw dienst er wordt gedaan. Verklaar mij wat het bloed betekent dat op het altaar wordt gestort, opdat ik weet dat zonder offer geen zonde ooit vergeven wordt. Maar dierenbloed verzoent de schuld niet. Er kwam een ander Offerlam. Het is Zijn bloed dat altijd vers is en nog verzoening geven kan. Grote doek: 40 x 60 cm Bij het louteren van goud en zilveren doet de smid het onzuivere metaal in een pot boven het heetste vuur dat hij kan maken. Als het metaal in de pot kookt, wordt de 'droesem' - dat wil zeggen de onzuiverheden - naar de oppervlakte gedreven en eraf geschept (zie Spreuken 25:4). Dit proces gaat net zolang door totdat alle onzuiverheden verwijderd waren er niet anders dan alleen het zuivere metaal was overgebleven. Er wordt gezegd dat de smid, als hij over de pot heen buigt, pas tevreden is als hij zijn spiegelbeeld helder en zuiver kan zien in de oppervlak. Dit is een treffend beeld. Het beeld van het louteren van zilver en goud door vuur komt onder andere terug in Job 23:10, Daniel 12:10, Zacharia 13:9 en 1 Petrus 1:7.
Onderstaand gedicht is bij dit beeld gemaakt: De smid De smid buigt naar de pot en kijkt - hij schudt zijn hoofd om wat hij ziet het goud weerkaatst zijn beeld nog niet. Hij zal het vuur nog heter maken om al wat vuil is kwijt te raken tot hij zijn grote doel bereikt en alles glimt van heerlijkheid. God weet hoe heet het vuur moet wezen, Zijn volk heeft geen gevaar te vrezen - Hij loutert hen en eindigt niet voor Hij Zijn beeld weerspiegeld ziet. - Lianne Verhelst - ."...en hij noemde diens naam Eben-haëzer; en hij zeide: Tot hiertoe heeft de HEERE ons geholpen." (1 Samuel 7:12b)
"Zend Uw licht en Uw waarheid, dat die mij leiden; dat zij mij brengen tot den berg Uwer heiligheid, en tot Uw woningen. En dat ik inga tot Gods altaar, tot den God der blijdschap mijner verheuging, en U met de harp love, o God, mijn God" (Psalm 43) Het licht dat door donkere wolken heen breekt, hierdoor is de steen te zien met daarop: Eben-haëzer. Even zien dat de Heere tot hiertoe heeft geholpen, dan is dit ook een plaats om de Heere te loven met de harp. Ik vond nog onderstaande hymn die treffend het schilderij verwoord en het beeld versterkt: Free Grace Come, thou Fount of every blessing, Tune my heart to sing thy grace! Streams of mercy, never ceasing, Call for songs of loudest praise. Teach me some melodious sonnet, Sung by flaming tongues above; Praise the mount! O fix me on it! Mount of God’s unchanging love. Here I raise my Ebenezer; Hither by thy help I’m come; And I hope, by thy good pleasure, Safely to arrive at home. Jesus sought me when a stranger, Wandering from the fold of God; He, to save my soul from danger, Interposed his precious blood. O to grace how great a debtor Daily I’m constrained to be! Let that grace, Lord, like a fetter, Bind my wandering heart to thee. Prone to wander, Lord, I feel it; Prone to leave the God I love; Here’s my heart, Lord, take and seal it; Seal it from thy courts above! - R. Robinson - Uit: Gadsby's hymns, nr. 199 Klik hier voor de vertaling van de hymn. Grote doek: 40 x 60 cm |
|